Opschakelen

 

Volgorde van handelen bij het opschakelen:

  1. Om te beginnen rijd je weg zoals je het hebt geleerd.
  2. Zodra je 20 km/h rijdt trap je je koppeling in en laat je je gas tegelijkertijd los.
  3. Schakel door naar de volgende versnelling. Bij 20 km/h is dat de 2e versnelling.
  • Zorg dat je vlot schakelt en tegelijk in je binnenspiegel kijkt. Je weet wat er achter je gebeurt en of je rustig of snel op kunt trekken.
  1. Laat je koppeling weer rustig omhoog komen en geef tegelijk gedoseerd gas.
  • Probeer gelijkmatig je gas dieper in te trappen wanneer je je koppeling om hoog laat komen.

Belangrijk:

  • – Koppeling tot de bodem (dus hard intrappen) en tegelijk gas volledig los laten.
  • – Rustig de schakelpook begeleiden naar de juiste versnelling (het is geen tractor).
  • – Na het opschakelen de koppeling geleidelijk om hoog laten komen! (tegelijk het gaspedaal dieper intrappen).

De handelingen bij het opschakelen zijn in iedere versnelling hetzelfde.

  • – Bij 20 km/h naar de 2de versnelling
  • – Bij 40 km/h naar de 3de
  • – Bij 60 km/h naar de 4de
  • – Bij 80 km/h naar de 5de
  • – Of schakel bij 2000 toeren.

Wil je sneller optrekken geef dan meer gas en schakel later, dus maak meer toeren! Maar laat de koppeling altijd rustig opkomen!

Meest gemaakte fouten:

  • – Kijken naar de versnelling terwijl je schakelt.
  • – Geen gas geven bij het omhoog laten komen van de koppeling.
  • – Koppeling te snel omhoog laten komen. (je voelt een schok)
  • – Stuur te strak vast houden tijdens het schakelen (je gaat slingeren).
  • – Te ruw de versnellingspook behandelen (je zal naar de verkeerde versnelling schakelen).
  • – Koppeling niet diep genoeg intrappen.
  • – Je gas niet loslaten tijdens het schakelen.