Sturen

 

Om goed te kunnen sturen moet je:

  • – Het stuur op kwart voor drie vasthouden vroeger was dit tien voor twee.
  • – Zorgen dat je ellebogen licht gebogen zijn.
  • – Zoveel mogelijk met twee handen sturen. Met 1 hand kun je minder snel reageren en van richting veranderen.
  • – Ontspannen het stuur vasthouden.
  • – Altijd kijken waar je heen wilt!

Afbeelding:

Stuur vasthouden op kwart voor 3.

 

Er zijn 2 verschillende manieren van sturen:

  1. De doorgeef methode:  Deze methode gebruik je bij flauwe bochten. Je komt niet met je armen over elkaar omdat je met je linker hand aan de linker kant van het stuur blijft en met je rechter aan de rechterkant.

2.  De overpak methode: Deze methode gebruik je bij scherpe bochten met weinig snelheid. Je pakt zo snel mogelijk het stuur kruislings over.

 

Meest gemaakte fouten:

  • – Met één hand sturen.
  • – Te langzaam sturen.
  • – Te snel sturen.
  • – In de knoop raken met je armen.
  • – Het stuur aan de binnenkant vastpakken.
  •  -Stuurhouding niet op kwart voor 3.
  • – Niet op tijd terug sturen.