Wanneer je klaar bent met rijden sluit je de auto af. Net als bij het opstarten doe je dit in een bepaalde volgorde.
- Werk van rechts naar links.
- Zet de handrem er op.
- Schakel de versnelling in zijn neutraal ook wel zijn “vrij”genoemd. Je kunt nu de koppeling los laten.
- Draai de Sleutel terug en haal hem uit het contact.
- Zet het licht uit.
- Zet de Richtingaanwijzer uit.
- Maak de gordel los en stap uit als je goed hebt gekeken.
Meest gemaakte fouten:
- – Niet de juiste volgorde aanhouden.
- – Vergeten de auto op de handrem te zetten.
- – Vergeten de lichten uit te zetten.
- – Vergeten de sleutel uit het contact te halen.