Invoegen en uitvoegen

Invoegen:

Let goed op!! Degene die in gaat voegen moet een plek zoeken. Dus het verkeer op de doorgaande weg hoeft geen ruimte te maken.

Volgorde van handelen bij het invoegen:

  1. Scan de omgeving naar informatie over welke snelheid je mag rijden en hoe de invoegstrook verloopt.
  2. Bepaal achter of voor wie je wil gaan invoegen.
  3. Maak snelheid met het verkeer mee.
  4. Houd in je spiegels in de gaten of het verkeer jou nog inhaalt of dat je al even snel gaat.
  5. Spiegelen en richting aan geven
  6. Nog een keer dode hoek kijken
  7. Rustig van baan wisselen zonder iemand te hinderen.

Volgorde van handelen bij het uitvoegen:

  1. Scan de omgeving naar informatie waar je uitvoegstrook begint en hoe lang je kunt doorrijden voordat de bocht begint.
  2. Spiegelen: wat voor verkeer rijdt er achter je.
  3. Geef ruim voor je uitvoegstrook begint richting aan.
  4. Stuur direct aan het begin je uitvoegstrook op.
  5. Begin met afremmen.
  6. Pas je snelheid aan voor de bocht die gaat komen.
  7.  Zet je richting aanwijzer in neutraal als de rijbanen zich scheiden. Dus als de blokmarkering overgaat in een doorgetrokken streep.

Meest gemaakte fouten:

  • – Te laat richting aangeven bij het uitvoegen.
  • – Te vroeg richting aangeven bij het invoegen.
  • – Niet de juiste kijkvolgorde aanhouden.
  • – Met te weinig snelheid invoegen.
  • – Te vroeg remmen bij het uitvoegen.