Wat is een zijdelingse verplaatsing?
In principe alles waarvoor je van je rechtdoor gaande route afwijkt om daarna weer terug te sturen naar die doorgaande route. Bijvoorbeeld uitwijken voor een geparkeerde auto, fietser, vuilnisbak enz.
Volgorde van handelen:
- Scan de omgeving waar moet ik voor uitwijken? En zou dat ook kunnen?
– houd rekening met tegenliggers, zijstraten, naderende kruispunten, versmallingen enz. - Spiegelen: is er verkeer van plan om langs jou te gaan.
- Controleer of je er nog steeds langs kunt.
- Geef richting aan als dat niet voor verwarring zorgt.
- Spiegel aan de rechter kant van de auto zodra je naast het obstakel rijdt.
- Stuur terug naar je normale plaats op de weg
- Pas je snelheid eventueel weer aan.
Tips:
- – Ga geen obstakels voorbij als er tegenliggers zijn.
- – Zorg voor voldoende tussenruimte 1,5 meter (bij fietsers)
- – Blijf je achter de fietser: afstand houden zo dat je nog kunt stoppen als de fietser valt.
Wisselen van rijstrook/rijbaan:
- Scan de omgeving zodat je op tijd weet dat je moet wisselen van rijbaan of rijstrook.
- Spiegel ruim van te voren.
- Geef op tijd richting aan.
- Controleer je dode hoek nog een keer en stuur rustig naar de andere baan.
- Kijk in je binnen en linker buitenspiegel (Nacontrole).
Meest gemaakte fouten:
- – Niet op tijd spiegelen.
- – Niet goed inschatten of je er wel of niet langs zou kunnen.
- – Het verkeer hinderen terwijl je iemand voorbij gaat.