Volgorde van handelen bij het terug schakelen:
- Afremmen tot 1000 toeren.
- Terug schakelen naar de versnelling die je wil (meestal 2e voor de bocht).
- Koppeling omhoog laten komen tot het aangrijpingspunt (je voelt de auto extra afremmen).
- Rem loslaten wanneer je de gewenste snelheid hebt bereikt.
- Koppeling helemaal los laten voordat je de bocht in stuurt.

Meest gemaakte fouten:
- – Kijken naar de versnelling terwijl je schakelt.
- – Niet voldoende afremmen voordat je terug schakelt.
- – Koppeling te snel omhoog laten komen. (je voelt een schok)
- – Koppeling niet voor de bocht omhoog hebben.
- – Stuur te strak vast houden tijdens het schakelen (je gaat slingeren).
- – Te ruw de versnellingspook behandelen (je zal naar de verkeerde versnelling schakelen).