Parkeren is een bijzondere verrichting dus zorg dat je het andere verkeer niet hindert.
Volgorde van handelen:
- Scan de omgeving en bepaal waar je gaat parkeren.
- Spiegelen: Wat voor verkeer is er om me heen.
- Geef richting aan zodat iedereen weet dat je gaat parkeren.
- Rij 3 vakken voorbij het vak waar je in wilt parkeren.
- Schakel naar de achteruit versnelling.
- Spiegelen: Wat voor verkeer is er om me heen.
- Rol langzaam achteruit tot de streep tussen vak 3 en 2 halverwege je zijraam is.
- Stuur alles in naar rechts.
- Kijk weer om de auto of er verkeer is dat je voor moet laten.
- Stuur terug zodra de auto recht voor het vak staat.
- Rol door tot je helemaal in het vak staat.
- Schakel naar 1e versnelling.
- Spiegel aan beide kanten van de auto.
- Geef richting aan.
- Kijk links en rechts.
- Rol recht door en stuur in wanneer je spiegel het vak uit is.
- Pas je snelheid aan aan het verkeer.
- Kijk in je binnen en linker buitenspiegel. (Nacontrole)
Meest gemaakte fouten:
- – Geen richting aangeven wanneer je gaat stoppen.
- – Niet de juiste kijkvolgorden aanhouden.
- – Te dicht op de vakken stoppen.
- – Te snel achteruit rijden.
- – Te laat/vroeg insturen en terug sturen.
- – Niet stoppen voor overig verkeer.
- – Geen richting aan bij wegrijden.
- – Snelheid niet op tijd aanpassen aan het overige verkeer.